Waarom stellen mensen vragen?
Vragen zijn tijdloos en oneindig en onmisbare hulpmiddelen bij het zoeken
naar meer begrip, groei en menselijke ontwikkeling
Dit artikel kwam voort uit de vraag: Waarom stellen mensen vragen,
en wat is daar belangrijk aan? Deze vraag zette ons op een inspirerende speurtocht
die nog lang niet klaar is. Een tocht die ons voerde naar het terrein van menselijke
ontwikkeling. We vroegen ons af welke rol het stellen van vragen speelt in
de ontwikkeling van een individu en van de mensheid als geheel. We vonden een
spoor dat we volgden...
Waarom stellen mensen eigenlijk vragen? Het is een vanzelfsprekend menselijk
gegeven. Voor zover we weten stelt geen ander wezen op aarde zichzelf vragen,
terwijl mensen daar al heel vroeg in hun leven mee beginnen en er vaak tot
hun laatste adem mee doorgaan. Het stellen van vragen kan mensen helpen om
beter te begrijpen waarom ze doen wat ze doen, kan beter inzicht geven in hoe
dingen werken, meer houvast opleveren bij het nadenken over de zin van het
leven en een betere kans bieden om eens gevestigde opvattingen opnieuw in ogenschouw
te nemen, omdat blijkt dat er meer over te weten valt.
Wat zijn vragen?
Telkens als iemand een vraag stelt, betekent dit dat hij ergens
naar op zoek is. De vraag is een hulpmiddel om dat te vinden. Sommige vragen
zijn gewoon bedoeld om iets te weten te komen wat op dat moment nodig is,
zoals: 'Hoe laat is het?', 'Waar gaan we morgen naar toe?', 'Wat voor weer
wordt het morgen?', 'Wat is dat voor mooie muziek?' Voortdurend verzamelen
mensen de nodige informatie om een beeld te vormen, plannen of projecties te
maken, of om ergens een beter begrip van te krijgen. De vraag opent een raam
waardoor een antwoord iemands geest kan binnenkomen.
Socrates staat erom bekend dat hij vragen gebruikte als een methode om een redenering
op te zetten. Hij noemde zichzelf: 'een vroedvrouw van 's mensen gedachten'
(zijn moeder was vroedvrouw). Socrates zag het als zijn taak mensen bij te
staan bij de 'geboorte' van nieuwe inzichten. Hij was ervan overtuigd dat werkelijk
begrip van binnenuit moet komen. Socrates was van mening dat ieder mens filosofische
waarheden kan begrijpen als men maar leert zijn eigen, aangeboren vermogen
tot redeneren in werking te zetten door vragen te stellen.
Sommige vragen zijn niet zo gemakkelijk te beantwoorden, wat aanleiding kan
zijn voor een lange zoektocht naar het antwoord. Bijvoorbeeld de vraag die
iemand zich in de 15e eeuw stelde: 'als de aarde plat is, hoe kan het dan dat
ik bij het signaleren van een schip aan de horizon eerst de topzeilen zie,
dan als het dichterbij komt ook de rest van de zeilen, en pas daarna het hele
schip? Waarom zie ik het schip niet in zijn geheel naderbij komen?'
Vragen openen iemands 'mind' en kunnen misschien goed vergeleken worden met
een hengel die je uitwerpt. Sommige vragen zullen kleine visjes binnenhalen;
vragen van een ander kaliber, grotere vissen, ofwel gedachten en ideeën
die iemands gemoedstoestand kunnen veranderen. Zonder onderzoekende geesten
als Copernicus en Galileo hadden we misschien nog steeds niet geweten dat de
aarde om de zon draait. We hadden waarschijnlijk nauwelijks weet gehad van
dingen die nu voor ieder een feit zijn: dat microben ziekten kunnen veroorzaken,
dat atomen lijken op kleine zonnestelsels met een kern in het midden waaromheen
elektronen draaien, dat er zoiets als zwaartekracht bestaat of dat licht de
drager is van energie.
Het bekende en het onbekende
Uit het feit dat mensen vragen stellen, kunnen
we afleiden dat we niet geacht worden alles al bij onze geboorte te weten.
Kennelijk is het de bedoeling dat we vragen stellen, waardoor we zoeken,
vinden, leren en groeien. Een oud gezegde luidt: 'wie geen vragen stelt, leert
niets.' Een diepzinnig gezegde dat onmiddellijk duidelijk maakt waarom we vragen
stellen. Als je een bezoek brengt aan een wetenschappelijke bibliotheek en
daar de enorme hoeveelheid boeken ziet staan met alles wat mensen door de eeuwen
heen te weten zijn gekomen, dan kom je al snel tot het inzicht dat je leven
te kort zal zijn om dat allemaal in je op te nemen. En die boeken gaan alleen
nog maar over wat al bekend is, terwijl elke onderzoeker zal bevestigen dat
hoe meer je over een bepaald onderwerp weet, hoe beter je beseft wat je niet
weet. Voor alle kennis die iemand heeft, is er een veel grotere hoeveelheid
die hij nog niet weet.Een goede vergelijking is bergbeklimmen. Onderaan de
berg begin je in een bos en hoe hoger je komt hoe verder je kunt zien. Daarna
zie je de vallei, andere bergen, grotere bossen, steden, wegen. Zoveel meer
om te leren kennen! Dit geeft aan dat, hoewel we tijdens ons leven van alles
leren en te weten komen, het grootste deel van het leven ons waarschijnlijk
onbekend is. Dat hoeft ons niet te verontrusten, tenslotte geldt dit voor iedereen.
Als we dit accepteren kan het ons bevrijden van de dwang alles te moeten
weten. We kunnen juist plezier beleven aan het feit dat er nog van alles
te ontdekken valt, te leren en te groeien, waardoor we onszelf tijdens
dit leven kunnen vormen. Het betekent immers dat we nog niet af zijn.
Vertrouwen dat je zelf in staat bent dingen te doorgronden
Iedereen kent het
gevoel van iets niet weten. We hebben er geen idee van wat er volgend jaar,
morgen of zelfs maar het volgende ogenblik met ons zal gebeuren. Toch schijnt
dat ons niet te beletten door te gaan met leven. Ons menselijke systeem is
gelukkig in staat dingen ter plekke uit te werken en op te lossen. We kennen
dit allemaal van raadsels, woordpuzzels, detectives, praktische of technische
problemen waarmee we wel eens geconfronteerd worden. Wat we op zo'n moment
doen, is de bestaande delen in ons referentiekader of ervaring tot een nieuw
geheel maken. Dit kader groeit tegelijk met de levenservaring.
Sommige vragen brengen aan het licht waar de vragensteller nog niet over
nagedacht heeft. Sommige vragen kunnen iemand meenemen op een ontdekkingsreis
door zijn eigen ervaringen, en leiden tot gedachten waar hij zichzelf niet
toe in staat had geacht. Vragen naar oorzaken, betekenis en doel zullen meestal
geen kant en klaar antwoord opleveren. Ze leiden tot een doorgaand proces,
waarbij men deels onbekende terreinen betreedt, en de gedachten zich al zoekende
vormen. Bij dit soort vragen heeft iemand de ruimte en vrijheid in zichzelf
nodig om buiten de bekende paden te treden.
De Zweedse auteur Selma Lagerlöf schrijft
over deze vrijheid in een van haar boeken. Tijdens een examen stelde een gastdocent
eens aan een groep kinderen de vraag: 'Wat kun je zeggen over de stenen die
in de rivier liggen?' Krampachtig probeerden de kinderen zich te herinneren
wat hun leraar ook al weer over die stenen gezegd had, 'maar', aldus de schrijfster,
'het bleef donker in hun brein'. Totdat een van de meisjes zei: 'ze zijn nat.'
In gedachten was ze naar de rivier gegaan en was zich bewust geworden van wat
ze had opgemerkt van de stenen daar in het water.
Jantje en vader maken een wandeling en plotseling vraagt Jantje: 'Waarom is het
gras groen?' Vader: 'Dat weet ik niet'. Maar Jantje heeft nog een vraag: 'Waarom
is de hemel blauw?'. De vader van Jantje denkt na en zegt: 'Dat weet ik eigenlijk
niet'. Ze lopen verder en komen langs een veld met koeien. Jantje: 'Hoe weet
een koe dat hij een koe is?'. Vader antwoordt: 'Goede vraag zeg, dat weet ik
eigenlijk niet'. Er valt een stilte die doorbroken wordt als Jantje - wat bezorgd
- vraagt: 'Papa, vind je het wel goed dat ik al deze vragen stel'? Vader: 'Natuurlijk
jochie, hoe zou je anders ooit iets te weten komen?'.
Snelle antwoorden negeren
Sommige vragen wekken een bijna meditatieve, zoekende
staat op. Als je de aandrang weerstaat van het eerste het beste antwoord,
kun je observeren wat zich aandient en zien wat dat te zeggen heeft of hoe
dat zich nu ordent. Op die manier sta je toe dat iets nieuws naar voren komt,
of dat je 'ergens achter komt'. Leven is tenslotte een proces van groei en
verandering. De ervaring en het begrip van vandaag kunnen een ander licht werpen
op wat we gisteren dachten te weten.
Belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen werden vaak gedaan in een moment
van stilstaan en luisteren dat volgde op jarenlang actief en intensief onderzoek.
In dat moment kon de oplossing doordringen tot het bewustzijn. Ook voordat
de mens de zwaartekracht ontdekte, of elektriciteit en magnetisme of de chemie,
bestond dit al en werkte voortreffelijk. Maar omdat onderzoekers zich dingen
afvragen, stellen ze zich open voor waarnemingen en ervaringen die op een nieuwe
manier worden samengevoegd en bewust gemaakt. Als we iets op een dieper niveau
willen leren kennen hebben we feitenkennis en ervaring nodig. We moeten op
reis gaan naar de plaats waar antwoorden leven, ongeacht waar dat moge zijn,
in de natuur, in een boek, een schilderij of in een conversatie. Stel je voor:
Newton zat onder de appelboom, zag een appel vallen, maar had geen brandende
vraag over de zwaartekracht!?
Waarom zouden we vragen stellen?
Vragen zijn instrumenten. Ze bieden de mogelijkheid
iets op een nieuwe manier te zien, helpen ons onze gedachtewereld te openen
en sporen ons aan te komen tot hoe we iets nu met onze nieuw vergaarde kennis
kunnen begrijpen. Vragen stellen ons in staat te ontsnappen uit de gevangenis
van wat we denken te weten en ze helpen ons een geïnteresseerd en interessant
leven te leiden.
Iet Veenland en Lotten Kärre - Nederland
top | TOPAZ Home | Template Netwerk |