De Japanse Theaterkunst
Een uittreksel uit 'The Tear - Studies in World Theatre and Dance'
door John Turner.
John Turner begint dit boek met het verkennen van de dieper liggende oorzaken,
redenen en toepassingen van kunst, dans en theater in de menselijke geschiedenis.
Vervolgens is er een gedeelte over wereldtheater dat vanuit deze invalshoek
kijkt naar de kunst van verschillende culturen. Het volgende uittreksel komt
uit dit deel en gaat over de Japanse theaterkunst.
Ik zal de dans dansen die de torens van de maan doet draaien
De kunstvorm van het Noh-theater kende zijn bloeitijd in de veertiende eeuw,
maar de wortels ervan liggen enkele eeuwen daarvoor in de gewijde tempels en
aan de hoven van het oude Japan. Het woord 'Noh' laat zich vertalen als 'verworvenheid'
en de buitengewoon vaardige kunst van de Noh-spelers bestond eruit om door middel
van fraaie en precieze mime, dans, muziek en gezangen bepaalde invloeden en
denkbeelden te representeren.
Het was niet bedoeld om zomaar voor het vermaak verhalen uit te beelden. De
ceremoniële opkomst van de spelers is over een brug, de oeroude hashi-gakari,
die de reis vertegenwoordigt van de ene wereld naar de andere, van de spirituele
naar de materiële. Naast de brug staan drie pijnbomen, die een natuurlijke
afscherming vormen doordat ze alle energie van laag niveau uit de buurt absorberen.
Kenmerken
van het Japanse theater zijn soberheid, exactheid en functionele respons. De
bewegingen zijn precies, klein, zorgvuldig en krachtig; elk gebaar is een denkbeeld,
elke houding spreekt, elke beweging is een verhaal. Naar de aard van de kleur
rood biedt het theater een arrangement met uiterlijke orde en discipline, waarin
een innerlijke passie huist - beheerst, krachtig en slechts bij momenten vrijgegeven.
In onze moderne wereld meten we alles met maatstaven afkomstig uit een leven
van veelheid, lawaai, massaliteit en willekeur. Altijd is er geluid, onze zintuigen
worden onophoudelijk gebombardeerd met indrukken en beweging is ononderbroken,
zonder pauze. Gedachten flitsen door onze geest als telexberichten. Indrukken
zijn zo snel en uiteenlopend dat het hele lichamelijke systeem ofwel verdoofd
ofwel uitgeput raakt. Er is weinig rust, innerlijke bezinning en vrede.
Het is daarom moeilijk je een tijd en wereld voor te stellen waarin een toon
of geluid een minuut in de lucht blijft hangen, waarbij de trilling van dat
geluid in elke innerlijke kamer en elk deel van de luisteraar resoneert; waarin
een enkele beweging de sfeer kan veranderen en waar de lucht zo geleidend is
dat een gemoedstoestand, een gevoel of een inzicht door één gebaar
overgebracht kan worden; waarin een gedachte, versterkt door een beweging of
een houding, zo'n invloed op de geestestoestand van de aanwezigen heeft dat
hun bloed verkoelt; waarin een kleine beweging met de rechterhand een golf van
anticipatie door het hof kon sturen, open voor het volgende moment of de volgende
handeling.
...elk gebaar is een denkbeeld, elke houding spreekt,
elke beweging is een verhaal...
|
* Opmerking: bij de studie van beweging naar rechts en naar
links kan het gegeven van de twee hersenhelften betrokken worden, waarbij
het bewegen naar links wordt gestuurd en geleid door het rechter gedeelte
van de hersenen en vice versa. De rechter hersenhelft is creatief, artistiek,
zacht, vrouwelijk en geneigd tot abstractie, terwijl de linkerhelft mannelijk
en hard is, geneigd tot logica, redeneren, theoretiseren en definiëren.
Het is een voortdurend onderzoek dat veel begrip kan opleveren omtrent klassieke
dans, het gebruik van de stand van het hoofd bij het voordragen van teksten
om verschillende accenten te leggen, of het beïnvloeden van de eigen
gemoedstoestand bij het voorbereiden van een bepaalde rol, enzovoorts. |
Een dans van rechts had één uitwerking, van links een andere.*
Naarmate de dansen werden doorgegeven van generatie op generatie en de oorsprong
en motieven van het theater verloren gingen, vervielen de toneelstukken tot
ceremonieel en gefixeerd, waar ze eens spontaan en levend waren en uitgevoerd
door zeer vaardige, vrij reagerende spelers.
Bugaku is de naam van een van de dansvormen die via opeenvolgende generaties
aan ons uit die tijd is overgeleverd. Het is een gemaskerde dans die oorspronkelijk
aan de hoven en in de tempels werd uitgevoerd. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen twee verschillende soorten - 'Dansen van Rechts', waarbij de kleding
van de dansers hoofdzakelijk groen is en de muziek vooral op slaginstrumenten
wordt gespeeld en 'Dansen van Links', met vooral rode kleding en houten blaasinstrumenten.
Zouden de 'Dansen van Rechts' te maken kunnen hebben met het uitnodigen van
de toekomst en 'Dansen van Links' met het oproepen van iets uit het verleden
of iets te vangen uit het nu?
We kunnen de originele betekenis van de dualistische aard in deze dansen leren
begrijpen d.m.v. esoterische inzichten over kleur, symboliek en elektromagnetisme.
Net zoals bij de huidige verkeerslichten, staan groen en rood hierin voor twee
soorten respons. De ene, groen, is energiek, bevrijdend, vruchtbaar, spontaan
en volhardend; de andere, rood, is beheerst, voorzichtig, besloten, fixerend
en behoudend. Deze twee kleuren waren mogelijk de toenmalige vertaling van een
dualiteit die in al het wereldtheater uitgespeeld werd. In andere tijden werd
dat ook weerspiegeld in het verschil tussen zilver en goud of in het verschil
tussen de linker- en rechterhand van de mens.
...dualisme raakt de kern van het theater van de planeet
waarop we leven, wat zich manifesteert in dag en nacht, winter en zomer,
heet en koud...
|
** Opmerking: het woord Shinto draagt de betekenis van continuïteit
in zich. Japanse muziek werkt toe naar het creëren van een sfeer van
continuïteit, waarin de slaginstrumenten tot de hersenen spreken, terwijl
de fluit - waarin verlangen ligt opgesloten - reikt naar de ziel. |
Zo vertolken de slaginstrumenten een zinderende opeenvolging van afzonderlijke
en gevarieerde klanken. De houten blaasinstrumenten geven het karakter weer
van een gelijkmatig veranderend continuüm, zoals golven van de zee.** Zo
kennen we het verschil tussen korrelig en stroperig, elektrisch en magnetisch,
verkoelend en verhittend, losmakend en verbindend. Dit dualisme raakt de kern
van het theater van de planeet waarop we leven, wat zich duidelijk manifesteert
in dag en nacht, winter en zomer, heet en koud. Al het theater en alle vormen
van kunst die hier het licht zien worden geregeerd door deze dualiteit.
De
Bugaku dansen werden ingevlochten in het weefsel van het Noh-toneel in de veertiende
eeuw; een periode waarin overal ter wereld educatie opbloeide en waarin bevrijding
en evolutie van het intellect en de spiritualiteit plaatsvonden. De theaterkunst
in Japan begon, net als elders, een educatieve rol te krijgen, die zich ontwikkelde
vanuit de tempels en religieuze plaatsen en zich verspreidde over de straten
en marktpleinen.
Het Noh-theater is de kunst van de eenvoud, van subtiliteit en finesse, van
suggestie en verfijnde gratie (yugen). Het roept gemoedstoestanden en sferen
op en doet een beroep op de toeschouwers om de wereld ervan binnen te treden;
in dit contact kan een eenvoudig spiritueel inzicht worden overgebracht.
Het is intrigerend dat er nooit repetities zijn voor de Noh-stukken. Elke acteur
kent zijn rol en het stuk door en door, maar elke uitvoering is een levende
uitnodiging aan de subtiliteiten van die dag en aan alle elementen die in die
tijd en ruimte aanwezig zijn.
Dan zijn er ook nog de mooie, overdadige kostuums van het Noh-theater, minutieus
en met grote precisie vervaardigd, die na het gebruik uit elkaar werden gehaald.
Het materiaal werd in gelakte kistjes opgeslagen. De reden hiervoor komt tot
uitdrukking in de woorden:
'We beginnen met niets en eindigen met niets'
John Turner heeft zijn opleiding gevolgd aan het 'Drama Centre London' en
heeft in de afgelopen 20 jaar internationaal lezingen en workshops gegeven over
theaterkunst.
top | TOPAZ Home | Template Netwerk |